Bij velen is het bekend, maar waarschijnlijk niet bij iedereen. En nadat ik het gisteren alweer bij iemand las op Twitter, besloot ik om er zelf dan toch maar eens een blog over te schrijven..
Februari 2013. Erik en ik waren met Tanja naar de film geweest en kwamen niets vermoedend thuis. Druk kletsend, napratend over de film, ons weekend, stapten we uit de auto.
Terwijl we naar de voordeur liepen hadden we nog steeds niets in de gaten. Ik zette onze tas op het bankje naast de deur en Erik stak de sleutel in de deur. Hij draaide de sleutel om en… Huh? De deur ging niet open.
Nog een keer. Nee. De deur ging echt niet open.
Pas toen zagen we het glas liggen. Pas toen zagen we dat er geen glas meer in het raampje onderin de deur zat. We keken elkaar verschrikt aan. Erik keek door het stukgeslagen raampje naar binnen en zag overal licht branden. De deur naar de keuken stond open en het rolgordijn in de keuken hing schuin. Klippen op de achterdeur waren omhoog, maar de achterdeur was nog dicht. Afgesloten, zoals altijd. Toen Erik zei dat het rolgordijn schuin hing, heb ik gelijk de politie gebeld. En niet 112, want die tegenwoordigheid van geest had ik niet. Gewoon 0900-8844. Maar de agente aan de lijn deed haar best me te kalmeren en binnen een kwartier kwamen agenten met zwaailicht en sirene vanuit Venlo de straat in gereden.
Ons werd aan de telefoon al gezegd niet te proberen naar binnen te gaan. De kans bestond dat ze nog binnen waren.
In de tijd dat je wacht tot de politie komt, gaat er zoveel door je heen. Emoties waarvan je niet eens wist dat je ze kon voelen. Ik heb mijn vader gebeld, verteld dat ze hadden ingebroken. En meer wisten we nog niet. Was er iets weg? Wat zouden we binnen aantreffen?
Toen de agenten gearriveerd waren, werd er gekeken waarom de deur niet open kon en al snel was duidelijk dat zij deze van binnenuit gebarricadeerd hadden. Nadat dit opgelost was, kon de deur eenvoudig geopend worden. Politie doorzocht ons hele huis en toen mochten wij. En dan zie je de ravage. En zie je wat er weg is. Althans, de eerste opvallende dingen.
De aangifte wordt opgenomen en we kregen de opdracht om niks op te ruimen, omdat de recherche misschien nog zou komen.
Dat deel vond ik misschien nog wel het moeilijkste. Het liefst was ik de hele nacht aan het poetsen geweest om elk kleinste spoor uit te wissen.
En ik wilde weg daar. Weg uit het huis. Ik wilde daar niet slapen. De ramen dichttimmeren tot aan het plafond.
Erik was gelukkig wat nuchterder. Dicht tegen elkaar aan zijn we in ons eigen bed gekropen. Geen oog heb ik dicht gedaan. En ik denk dat ik elk blaadje heb horen waaien. Maar ik denk dat dat het enige juiste is geweest die nacht.
Op maandag kregen we een nieuw raam in onze deur en de man die het raam kwam plaatsen, schroefde de plank voor het raam weg en wilde deze meenemen. Ik heb hem gelijk gezegd dat die plank er weer voorkwam. “Maar mevrouw, dat ziet er toch niet uit?” Alsof mij dat wat interesseerde dat dat er niet uitziet!
Een maand of 2 geleden hebben we de plank wat kleiner gezaagd, geschilderd en heb ik er vlindertjes opgemaakt. En de plank zit er wederom voor. Een nacht heeft de plank niet ervoor gezeten en ik heb weer onrustig gezeten. En ook al weet ik dat het valse veiligheid is, ik heb dat nodig. Net als al de sloten die we zelf vervangen hebben, omdat de woningbouw dat niet deed.
Nu konden ze door het keukenraam naar buiten, omdat daar geen slot op zat. De inbraak was voor ons voldoende reden om alle ramen te voorzien van sloten. Je komt hier niet meer zomaar buiten.
Wij zijn een van de weinige inbraakslachtoffers die een deel van de spullen terug heeft gekregen. Niet alles, maar de laptops hebben we teruggekregen. En de heler hiervan is ook gepakt. De inbreker zelf niet.
De straffen die hiervoor worden gegeven zijn lachwekkend laag, maar dat is denk ik ook de Nederlandse Rechtsstaat. Wij mogen van geluk spreken dat we onze laptops terughebben.
De impact die een inbraak achter laat is niet te bevatten. Nu, bijna 2 jaar later, is het lezen van een bericht over een inbraak voldoende om het bij mij weer wakker te schudden. Zo’n inbreker interesseert het geen bal en dat is misschien nog wel het ergste…